Cognac geschiedenis

  • Facebook
  • Twitter
  • LinkedIn
  • Google plus
  • Addthis
cognac vaten

Geschiedenis van cognac

De geschiedenis van het destillaat Cognac begint ongeveer in de 17e eeuw. De eerste wijngaarden waren al aanwezig en men was volop aan het expirimenteren met wijnen. (Meer over de vroegere geschiedenis van wijn.) Nederlandse schepen, van de VOC, meerden al decenia aan bij de kusten van het Franse departement Charente om onderandere wijn in te slaan voor de handel en bemanning. Voor de laatste doelgroep was dit niet altijd bevordelijk voor het vervolg van de reis maar dat kan u zelf wel invullen. Voor de wijn zelf waren deze reizen ook niet al te goed. De kwaliteit van de wijn ging snel achteruit. Hierdoor ontstond de vraag naar een wijndestillaat waarvan de techniek, met dank aan de Armagnac, al even bekend was. Dit zorgt er voor dat de wijn langer houdbaar werd en kon de kwaliteit beter gegarandeerd worden. Tegen het einde van de 17e eeuw hadden de bewoners van Charente de tweede destillatie ontwikkeld waardoor uiteindelijk de cognac is ontstaan die we nu kennen. Met deze ontwikkeling is de naam Cognac ook onlosmakelijk verbonden met de gelijknamige stad, Cognac in het departement Charente.

Door de ontwikkeling van dit tweede destillatieproces duurde het niet lang dat de brandewijn uit de Cognacstreek het commercieel beter deed dan die van zijn rivalen zoals bijvoorbeeld de brandewijn uit de Armagnac. Ook wilde de consument wel meer betalen. Doordat de Nederlanders in deze contrijen, wederom door de Armagnac, qua handel al een stevige voet in de grond hadden was met name de VOC een grote speler in de handel in de brandewijn van Cognac. Cognac bleef echter voornamelijk een exportproduct voor de Fransen die dit, via de Nederlandse VOC, met name verkochten aan de Engelse adel. Hierdoor werd de drank met name bij buitenlanders goed bekend. Dit zorgde ervoor dat veel jonge buitenlanders zich gingen vestigen en trouwden in de Cognacstreek. In veel namen van diverse, bekende en onbekendere, cognachuizen is dit nu nog terug te vinden.

Overproductie en druifluis

De cognachuizen Martell en Hennessy hadden na de eerste helft van de achtiende eeuw het grootste deel van de cognachandel in handel en het ging de cognacstreek voor de wind. Na ongeveer 150 jaar kregen ook de kleinere cognachuizen meer marktaandeel in handen. Het bleef de Cognachandel voor de wind gaan waardoor aan het eind van de negentiende eeuw er zelfs een overproductie was wat een grote prijsdaling tot gevolg had.

Alsof de prijsdaling nog niet genoeg was sloeg na 1870 ook de druifluis toe in Europa en dus ook in Frankrijk. De druifluis deed zich tegoed aan de wortels van de wijnranken waardoor erg veel wijngaarden werden vernietigd. Alleen in Frankrijk al werden uiteindelijk 85 procent van alle wijngaarden door de druifluis vernietigd. De redding kwam uiteindelijk van Amerikaanse wijnstokken die resistent bleken te zijn voor de druifluis. Door de oude druivenrassen te enten op een Amerikaanse wijnstok werden de oude druivenrassen toch nog gered. Hiernaast stapte men ook massaal over van de Folle Blanche druif naar de Ugni Blanc

AOC Cognac

Tegen het einde van de achtiende eeuw was de druifsluisplaag zo goed als onder controle. Door alles wat men mee had gemaakt kwam ook een steeds sterkere roep om bescherming van het product Cognac. In 1909 was deze bescherming een feit en werd Cognac een AOC. De Appellation D'origine Controlle Cognac was een feit waarmee het product Cognac beschermt werd en waarmee wettelijk werd vastgelegd waaraan het product moet voldoen. Het ging de Cognacstreek weer voor de wind en nog voor de start van de Eerste Wereldoorlog in 1914 had Cognac Engeland als hoofdmarkt heroverd waardoor Cognac snel verspreid werd over de Engelse koloniƫn.

Wereldoorlogen

Deze voorspoedigde periode voor de Cognac duurde echter niet zo lang als de eerste. Het begin van de Eerste Wereldoorlog in 1914 luidde wederom een moeilijke periode in voor de Cognac. Door de dalende vraag die veroorzaakt werden door de Eerste en de Tweede Wereldoorlog had de Cognac het erg moeilijk. Toch werd vlak voor de Tweede Wereldoorlog in 1936 het regelement van het AOC Cognac opnieuw bevestigd.
Pas na de Tweede Wereldoorlog ging het weer wat beter met de Cognac en steeg de vraag weer. Hierna werd ook het BNIC, Bureau National Interprofessionel du Cognac, opgericht. Deze instelling houdt toezicht op de naleving van de regelementen binnen het AOC en beschermt de kwaliteit en reputatie van Cognac.

Cognaccrisis

Zo ging het de Cognac na de wereldoorlogen weer voor de wind. De vraag steeg snel. Dusdanig snel dat de vraag hoger was dan het aanbod. Om de vraag bij te benen werd er meer en meer cognac geproduceerd totdat de productie in 1976 de marktvraag inhaalde. Door de overproductie die hier onherroepelijk, voor de tweede keer in de geschiedenis, op volgde zorgde voor wederom een crisis in de Cognacmarkt. Pas rond 1997 stijgt, met name in Amerika, de vraag naar Cognac weer. Hier heeft de Cognac in de rapcultuur een cultplaats ingenomen waardoor het de Cognac weer voor de wind gaat.